22 juni 2021

In gesprek met Maaike de Vos

'Investeren in samenwerking is investeren in kind en gezin'

Jeugdarts i.o. Maaike de Vos raakte tijdens haar opleiding gefascineerd door de grote groep kinderen met overgewicht en obesitas. Hoe kan het toch dat ondanks alle tijd die professionals in dit probleem steken, het zo moeilijk is dit probleem op te lossen? Maaike besloot zich hierin te verdiepen. Bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) onderzoekt zij wat de stimulerende en belemmerende factoren zijn voor samenwerking tussen Jeugdgezondheidszorg en wijkteams.

Maaike de Vos, Jeugdarts i.o. | Nederlands Jeugdinstituut

Maaike volgt haar opleiding tot jeugdarts aan de Netherlands School of Public and Occupational Health in Utrecht. ‘Het verschil tussen een kinderarts en een jeugdarts is dat een kinderarts zich vanuit een ziekenhuis bezighoudt met zieke kinderen of kinderen waarvan een vermoeden is van een onderliggende aandoening. Als jeugdarts zie je álle kinderen, om zo vroegtijdig aandoeningen en problemen te signaleren en eventueel door te verwijzen. Daarnaast kun je laagdrempelig advies geven over bijvoorbeeld de ontwikkeling van een kind, de groei en de opvoeding. De meeste jeugdartsen zijn in dienst van een GGD en zijn werkzaam op consultatiebureaus en verbonden aan scholen.’

Moeilijk

Tijdens haar eerste stage werkte Maaike 9 maanden als jeugdarts i.o. in Houten, waar ze in haar spreekkamer kinderen van 0 tot 12 jaar zag. ‘Ik werd hier geraakt door de grote hoeveelheid kinderen en gezinnen die te maken hebben met overgewicht of obesitas. Met name hoe moeilijk het is hen op een effectieve manier te begeleiden. Vaak zag je in de dossiers dat er al meerdere collega’s mee bezig waren geweest, maar dat het in al die jaren nog steeds niet was gelukt echt iets te bereiken.’

‘Eerst met andere problemen aan de slag’

Om een gedragsverandering bij overgewicht te realiseren, is het volgens Maaike heel belangrijk dat er 1 aanspreekpunt is waar ouders en kind voor langere tijd terecht kunnen. ‘Dat kan een jeugdarts zijn, maar net zo goed iemand anders uit het werkveld. Het belangrijkste is dat het op een plek is waar ouders en kind dan wel jongere zich vertrouwd voelen. Door een langer begeleidingstraject aan te gaan en oprechte interesse te hebben, kun je verder kijken dan alleen gewicht. Dat kan inhouden dat je eerst met andere problemen aan de slag gaat, voordat je je kunt focussen op een gezonde leefstijl.’

Effectievere zorg

Maaike’s ervaringen triggerden haar om zich voor haar tweede, beleidsmatige stage te verdiepen in de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht. Bij het NJi doet zij samen met een projectgroep onderzoek naar belemmerende en stimulerende factoren voor het aanhaken van wijkteams bij de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht. ‘Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is om tot inzichten te komen hoe de proeftuinen de aanpak en de samenwerking tussen zorg- en sociaal domein nog beter vorm kunnen geven.’

Elkaar ontmoeten

De eerste interviews met professionals zijn inmiddels gevoerd. ‘Hieruit komt naar voren dat het voor samenwerking cruciaal is om te weten welk gezicht achter een organisatie zit. Je moet weten van elkaars expertise en de ander regelmatig fysiek ontmoeten. Zodra er onderling vertrouwen ontstaat, helpt dat enorm bij de samenwerking. En uiteindelijk help je zo een kind dus beter.’

Online

Juist het fysiek ontmoeten van netwerkpartners is lastig in tijden van corona. Tegelijkertijd is het een periode om van te leren. ‘Ook in online bijeenkomsten kun je open gesprekken hebben over elkaars werk. Tijdens de interviews vertelden veel professionals nauwelijks tijd te hebben om een kijkje te nemen in de keuken van een partner. Misschien kunnen we dat op een digitale manier wél organiseren.’

Verschillende systemen

Wat in de interviews eveneens vaak werd benoemd, zijn de verschillende digitale systemen die de professionals in het veld gebruiken en de onzekerheid over de lange-termijnfinanciering van Kind naar Gezonder Gewicht. ‘Ook ik heb tijdens mijn eerdere stage informatie per post verstuurd, omdat digitale systemen van ons en een netwerkpartner niet overeenkwamen. Absurd natuurlijk in deze tijd.’ De voormalige proeftuingemeenten maken tijdens de implementatie van de Kind naar Gezonder Gewicht aanpak binnen hun gemeente vaak deels gebruik van (tijdelijke) subsidies. ‘Ik hoop van harte dat gemeenten hun aanpak verder uitbouwen als deze financiering stopt.’

Ideaalbeeld

In maart 2022 zal Maaike haar opleiding afronden. Hoe ziet zij haar toekomst als jeugdarts? ‘Mijn ideaalbeeld is dat wij meer investeren in samenwerking en echt gebruik gaan maken van elkaars expertise. Dit levert voor professionals niet alleen veel werkplezier op; nog belangrijker is dat dit zal bijdragen aan het welbevinden van kind en gezin!’