In gesprek met Marjon Bachra en Jutka Halberstadt
Samenwerken aan passende ondersteuning en zorg voor kinderen met overgewicht en obesitas.
JOGG is kartrekker van de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht, waarmee wordt ingezet op passende ondersteuning en zorg voor kinderen met overgewicht en obesitas. Grondlegger Dr. Jutka Halberstadt, landelijk projectmanager van Care for Obesity van de Vrije Universiteit Amsterdam, en Marjon Bachra, directeur van JOGG, gaan in gesprek. Wat is het belang van de aanpak? Hoe ziet de samenwerking eruit? En wat zijn de grootste uitdagingen voor de toekomst?
Een complex probleem
Zo’n 450.000 kinderen in Nederland hebben overgewicht, waarvan naar schatting 75.000 kinderen kampen met de ziekte obesitas. Zowel overgewicht als obesitas kunnen leiden tot ernstige lichamelijke en psychosociale problemen. “Slechts één tot twee procent van de kinderen die met een zorgtraject starten, blijkt géén gezondheidsproblemen te ervaren die van negatieve invloed zijn op de kwaliteit van leven,” vertelt Jutka Halberstadt. “De rest wel en dat is pijnlijk. Voor deze kinderen moet passende ondersteuning en zorg beschikbaar zijn.”
De oorzaak van overgewicht of ernstig overgewicht, dat we obesitas noemen, is complex. Het gaat altijd om een combinatie van de biologie en psychologie van de individuele mens en de omgeving waarin iemand leeft. Een brede blik, zicht op persoonlijke omstandigheden, en samenwerking tussen het zorg- en sociaal domein waren dan ook uitgangspunt toen Care for Obesity in 2016 begon met de ontwikkeling van het Landelijk model Ketenaanpak voor kinderen met overgewicht en obesitas. Gebaseerd op de in 2010 ontwikkelde Zorgstandaard Obesitas, kon er één sleutelrol niet ontbreken: die van de centrale zorgverlener.
Eén coördinator
“Omdat er vaak meerdere typen hulpverleners nodig zijn, is het ontzettend belangrijk dat er één iemand is die van begin tot eind naast het kind en gezin staat, om het proces gestroomlijnd te laten verlopen,” legt Halberstadt uit. De centrale zorgverlener kijkt naar de specifieke situatie van het kind en gezin en bepaalt samen met hen welke hulp (als eerste) nodig is. “Als er continu deurwaarders voor je deur staan, heb je wellicht geen ruimte om te werken aan een gezondere leefstijl. Er kan dan met het gezin voor worden gekozen om éérst samen de schuldenproblematiek aan te pakken.”
“Het is ontzettend belangrijk dat er één iemand is die van begin tot eind naast het kind en gezin staat, om het proces gestroomlijnd te laten verlopen.”
Het belang van de omgeving
Om de behandeling van overgewicht en obesitas te laten slagen, is het essentieel dat dit gebeurt in een omgeving die uitnodigt tot een gezonde leefstijl. “Het werkt namelijk niet als je een kind vertelt dat hij of zij niet te veel limonade moet drinken, maar de school vol staat met automaten met frisdrank,” stelt Halberstadt. “Om die reden zijn we gaan samenwerken met JOGG.” Na jaren van onderzoek en doorontwikkeling op wetenschappelijk niveau startten in 2016 acht JOGG-gemeenten als proeftuin in de praktijk.
“Bij JOGG waren we met name preventief bezig,” vertelt Marjon Bachra. “We vinden dat ieder kind het recht heeft om op te groeien in een gezonde omgeving en daar werken we met onze JOGG-aanpak hard aan”. Of het nu gaat om de schoolomgeving, sportomgeving of de buurt waarin iemand opgroeit, overal zou wat JOGG betreft de gezonde keuze de makkelijke moeten zijn. “Eén van de pijlers van de JOGG-aanpak was al ‘Verbinding Preventie en Zorg’. Vanuit de gemeenten die lokaal invulling geven aan de JOGG-aanpak, kregen we echter ook steeds vaker de vraag om hulp bij het bieden van ondersteuning en zorg voor het individuele kind met overgewicht of obesitas. In de jaren dat de proeftuinen draaiden, hebben we onze samenwerking met Care for Obesity geïntensiveerd”.
Samenwerking
In samenwerking met de acht proeftuinen ontwikkelde Care for Obesity het ‘Landelijk model Ketenaanpak voor kinderen met overgewicht en obesitas’. “Ons doel was om iets te maken dat geschikt was om in alle gemeenten in Nederland te implementeren,” vertelt Halberstadt. “JOGG was voor ons de aangewezen partij om daarover verder in gesprek te gaan.”
Voor de landelijke implementatie, borging en doorontwikkeling gingen JOGG en Care for Obesity in 2018 een samenwerking aan met ook het RIVM, NJi en het NCJ. Bachra vertelt: “De afgelopen twee jaar hebben we flink geïnvesteerd in het leren kennen van elkaar, het ontdekken wat we aan elkaar hebben en welke rol iedereen in dit traject heeft. Ontzettend waardevol.” Uiteindelijk rolde uit deze samenwerking de nieuwe naam ‘Kind naar Gezonder Gewicht’. Ook werd besloten dat JOGG de kartrekker zou worden bij het implementeren van de aanpak in gemeenten, omdat al bijna 180 JOGG-gemeenten hard aan de slag zijn om de leefomgeving van kinderen en jongeren gezonder te maken.
Volgens Bachra is het een meer dan logische stap om nu zowel gemeenten te ondersteunen bij het gezonder maken van de leefomgeving, als bij het bieden van ondersteuning en zorg aan kinderen met overgewicht en obesitas. “Het één kan niet zonder het ander,” stelt ze. “Wat mij betreft is de cirkel nu rond. Ik ben heel blij dat we de ondersteuning die wij gemeenten bieden, kunnen verrijken met de aanpak Kind naar Gezonder Gewicht.”
Langdurig commitment
Inmiddels zijn 32 gemeenten aan de slag met de aanpak en wordt er voortdurend gewerkt aan de wetenschappelijke kwaliteitsbewaking, om zeker te blijven van een juiste basis. Het is nu van belang dat ook de rest van de (JOGG-)gemeenten in Nederland en alle andere partijen die hier een rol in hebben, zich realiseren hoe belangrijk het is dat kinderen met overgewicht en obesitas de ondersteuning en zorg kunnen krijgen die zij nodig hebben.
“Door corona is het belang van een gezonde leefstijl flink op de agenda gezet,” stelt Bachra. “Dit momentum moeten we benutten om alle betrokken partijen langdurig te committeren. Voor de implementatie van Kind naar Gezonder Gewicht is een lange adem nodig. Dat vraagt niet alleen commitment van JOGG, Care for Obesity, RIVM, NJi en NCJ, maar ook van de politiek, het Rijk, gemeenten, zorgverzekeraars, GGD-en hulpverleners.”
Structurele financiering
Voor een duurzame realisatie zijn een aantal randvoorwaarden cruciaal. “Het moet helder zijn hoe we de aanpak koppelen aan wat er in het zorg- en sociaal domein al gebeurt,” legt Bachra uit. “Een goede samenwerking is essentieel. Je moet elkaar weten te vinden, en vervolgens moet er ook genoeg aanbod zijn voor kinderen en gezinnen om geholpen te worden.”
“Veel gemeenten lopen nu aan tegen het feit dat er geen structurele financiering beschikbaar is voor de centrale zorgverlener en de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI), de bewezen effectieve behandeling die je uiteindelijk inzet. Laat staan voor het opzetten en onderhouden van het netwerk van professionals uit het zorg- en sociaal domein” gaat Bachra verder. “Dat moet écht geregeld worden. Bij andere ziekten vinden we het heel normaal om geholpen te worden. Dat zou voor obesitas en overgewicht óók het geval moeten zijn. Nu hangt het af van de gemeente waarin je woont of de zorgverzekeraar waarmee gewerkt wordt, of je wel of geen passende ondersteuning en zorg krijgt. Daar hebben we met zijn allen dus nog een flinke klus te klaren. Kind naar Gezonder Gewicht is pas geslaagd als de aanpak beschikbaar is voor alle kinderen in Nederland die dat nodig hebben.”
“Bij andere ziekten vinden we het heel normaal om zorg te krijgen. Dat zou voor obesitas en overgewicht óók het geval moeten zijn.”